Sociale ongelijkheid komt in praktisch iedere samenleving voor en dus ook in Nederland.
Echter, in met name westerse samenlevingen, waar een grote middenklasse aanwezig is, is deze ongelijkheid minder aanwezig dan in landen waar een groot gat gaapt tussen arm en rijk.
Hoe zit het met de sociale ongelijkheid in Nederland? In dit artikel gaan we hier dieper op in.
Wat is sociale ongelijkheid?
Sociale ongelijkheid uit zich voornamelijk door de ongelijke verdeling in een maatschappij op gebied van status, macht, inkomen en vermogen, kennis, maatschappelijke positie en leefstijl. Door deze ongelijke verdeling kunnen er duidelijke sociale verschillen bestaan tussen burgers in een maatschappij.
Sociale ongelijkheid in Nederland
Ook in Nederland komt sociale ongelijkheid voor. Inkomen, woningbezit en opleidingsniveau bepalen mede waar iemand zich bevindt op de maatschappelijke ladder. Het gezin en de buurt waarin iemand opgroeit, alsmede de sociale status van de ouders kunnen bepalend zijn voor de maatschappelijke positie van een kind in het latere leven.
In landen als Nederland, maar ook in Scandinavische landen, is het echter goed mogelijk om van een lage sociale positie door te groeien naar een hogere positie. De mogelijkheid tot beweging op de maatschappelijke ladder wordt sociale mobiliteit genoemd. Dit staat voor de mate waarop verschuivingen op de maatschappelijke ladder kunnen plaatsvinden. Je kunt stijgen op de maatschappelijke ladder, door middel van opleiding meestal. Je kunt echter ook dalen, door inkomstenverlies bijvoorbeeld. Dit wordt verticale sociale mobiliteit genoemd.
Goede voorzieningen in Nederland
Doordat Nederland een verzorgingsstaat is, waar goede voorzieningen als scholing, uitkeringen en gezondheidszorg aanwezig zijn, is het voor vrijwel alle burgers mogelijk goed onderwijs te volgen en te kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder. Persoonlijke capaciteiten als talent en doorzettingsvermogen spelen hierbij overigens een minstens zo belangrijke rol.
Kansengelijkheid en zelfontplooiing
Tot een bepaalde hoogte heeft de burger zijn eigen maatschappelijke positie ook zelf in de hand. Kansengelijkheid is echter niet vanzelfsprekend, ook in Nederland niet. Zelfontplooiing, door het ontworstelen uit een laag sociaal gezin met een lage levensstandaard, is niet voor iedereen weggelegd. Wie geen klankbord, begeleiding en stimulans vindt in zijn sociale omgeving, zal vanuit eigen kracht zichzelf moeten ontwikkelen. Dit blijkt in de praktijk soms lastiger dan het lijkt, waardoor sociale ongelijkheid in stand blijft.
Sociale ongelijkheid voorbeelden
Het fenomeen komt op vele terreinen voor, ook in Nederland. Wie meer aanzien heeft ten opzichte van de ander staat hoger op de maatschappelijke ladder. Dit aanzien kan gebaseerd zijn op diverse gronden. We zullen je hier diverse voorbeelden gegeven van sociale ongelijkheid in Nederland.
Sociale ongelijkheid bij kinderen, voorbeelden:
- Opgroeien in een kansarm gezin, met laag opgeleide ouders, binnen een sociaal armoedige leefomgeving draagt bij aan ongelijke kansen om te klimmen op de maatschappelijke ladder.
- Kinderen uit verschillende sociale milieus kunnen sociale ongelijkheid ervaren tijdens hun jeugd. Niet ieder kind kan een exclusief kinderfeestje geven, allerlei hobby’s er op na houden, op vakantie gaan, pretparken bezoeken en duurdere kleding dragen. Kinderen kunnen hierdoor, afhankelijk van hun zelfbewustheid, al in de vroege jeugd sociale ongelijkheid ervaren. Dit kan knagen aan het zelfvertrouwen en minderwaardigheidsgevoelens opleveren.
- Klasgenoten kunnen onderling sterk van sociaal milieu verschillen. Sommige kinderen komen uit welgestelde milieus met hoogopgeleide ouders. Andere kinderen hebben ouders uit de arbeidersklasse.
Sociale ongelijkheid op de werkvloer, voorbeelden:
- Universitair opgeleiden, zoals advocaten en artsen, kennen door hun functie een hoge maatschappelijke status als ook door hun hogere inkomsten. Ondersteunend personeel, zoals assistenten en secretaresses, hebben zowel een beduidend lager inkomen als sociale status.
- De directie van een onderneming staat aan de top van de hiërarchie binnen het bedrijf. Naarmate de functies dalen ten opzichte van de directie (zoals van manager naar medewerker) daalt ook de sociale gelijkheid onderling.
Maatschappelijke sociale ongelijkheid, voorbeelden:
- Het bezitten van een koopwoning zorgt voor een hogere sociale status dan het wonen in een huurwoning. Dit geldt vooral voor de leeftijd 30-60 jarigen. De eigen woning staat immers gelijk aan bezit en het maken van verstandige besluiten. Het fortuin groeit, terwijl de huurder zijn geld niet investeert.
- Hoger opgeleiden kennen een hogere maatschappelijke status dan lager opgeleiden. Men vraagt elkaar vaak naar opleiding en werk. Op deze wijze kan men een inschatting maken van elkaars sociale status.
- Het bezitten, of rijden in een auto met status laat zien tot welke sociale klasse je behoort.
- Ook je voorkomen, zoals kleding, kapsel en algehele verzorging vertelt iets over je sociale milieu. Dit is althans de geldende opvatting. Er zijn natuurlijk ook personen die daadwerkelijk niets geven om uiterlijkheden of een exclusieve auto. Dit wil niet zeggen dat zij per definitie laag op de maatschappelijke ladder staan.
Tot slot
In Nederland komt sociale ongelijkheid voor, zoals je hebt kunnen zien aan de hand van voorbeelden. Echter ten opzichte van veel andere landen bestaan er in Nederland goede mogelijkheden om te klimmen op de maatschappelijke ladder. Nederland is een verzorgingsstaat, waar de overheid sociale ongelijkheid tracht te bestrijden door middel van goed georganiseerde sociale voorzieningen.